Stand der Wetenschap
Nog veel onderzoek nodig
In december 2015 schreef het Zorginstituut Nederland aan de Minister van Medische Zorg en Sport een brief over het standpunt voor de trapsgewijze tinnitusspecifieke behandeling chronische tinnitus. In hoofdstuk 3.1.4 (Patho)fysiologie, mechanismen. lees je het volgende: ” Tinnitus ontstaat doordat het gehoororgaan of de zenuwbanen signalen doorgeven die in de hersenen de betekenis “geluid” krijgen, zonder dat er feitelijk geluiden zijn. De oorzaak van chronische tinnitus is niet bekend. Aan tinnitus ligt vaak gehoorverlies ten grondslag. Gehoorverlies kan een gevolg zijn van het normale verouderingsproces maar ook van lawaaibeschadiging of van een andere oorzaak zoals een infectie, erfelijkheid , na een operatie e.a. Verder zijn er een aantal aandoeningen waarbij ook tinnitus voorkomt, feitelijk kan men niet van “oorzaken”van tinnitus spreken, maar van coïncidenties van tinnitus. Er zijn diverse theorieën over de patho-fysiologische mechanismen die zouden leiden tot tinnitus. Het blijkt dat functionele veranderingen bij patiënten met tinnitus niet beperkt blijven tot de auditieve structuren maar dat er ook belangrijke interacties zijn met da andere hersengebieden, die geassocieerd worden met klassieke conditionering en betrokken zijn bij emotie, geheugen, leren en beloning waaronder het limbische systeem en het autonoom zenuwstelsel”
Het bevestigt dat er nog veel onderzoek gedaan moet worden naar de mogelijke oorzaken van tinnitus.
93% van alle tinnituspatiënten hebben een meetbaar gehoorverlies en 44% klagen ook over hyperacusis. De meeste oorgeluiden worden waargenomen in de hoge frequenties en veroorzaken een hoog fluitend geluid op dat bijna altijd overeenkomt de verloren gegane hoge frequenties. Dat als je in staat zou zijn het gehoorverlies te herstellen misschien ook de tinnitus zou kunnen laten verdwijnen lijkt een logische aanname
Onderzoek naar herstel van de trilhaarcellen in het slakkenhuis
Geluid komt vanuit de buitenlucht de oorschelp binnen en valt dan direct op het trommelvlies. Hierdoor ontstaat een lichte trilling die via hamer, aambeeld en stijgbeugel uiteindelijk terecht komt in het binnenoor (ook wel slakkenhuis). In het binnenoor ligt het orgaan van Corti, waarop ongeveer 20.000 haarcellen liggen. Via vloeistof in het binnenoor gaan ook de haarcellen trillen en zij vertalen deze beweging in elektrische informatie. Door de gehoorzenuw worden de signalen van haarcellen doorgestuurd naar het gehoorcentrum in de hersenen. Haarcellen kunnen beschadigd raken door veroudering of overstimulatie. Het probleem hiervan is dat deze cellen niet in staat zijn zelf te herstellen of te vernieuwen.
De eerste proeven met siRNA ( small-interfering RNA) injecties in het middenoor bij muizen en chincilla’s laten zien dat trilhaarcellen zich mogelijk kunnen herstellen. Deze uitslag is de basis voor een fase 1 onderzoek (kijken of het geen kwaad kan) bij mensen dat binnenkort uitgevoerd wordt in Londen.
En link naar het basisonderzoek van siRNA:
NB: het doorlopen van de gehele procedure van klinisch onderzoeken kan geruime tijd nemen voordat het vrijgegeven wordt voor algemeen gebruik.
Een cochleair implantaat is ontwikkeld voor doven en zeer slechthorenden.(zie beschrijving rechts)
Het Universitair Medisch Centrum Utrecht doet onderzoek naar de mogelijkheid zo’n implantaat in te zetten bij zeer ernstige vormen van tinnitus. Een publicatie in het tijdschrift Laryngoscope staat beschreven dan weliswaar bij het grootste deel van de behandelde patienten de tinnitus verminderde er toch ook een groep was waarbij de tinnitus verergerde. Het Nederlands Zorginstituut oordeelt mede op basis van deze onzekerheden dat ” Het plaatsen van een cochleair implantaat als behandeling van tinnitus niet voldoet aan de criteria van de stand van de wetenschap en praktijk. (link naar dit rapport)
Een cochleair implantaat – kortweg CI – is een elektronisch implantaat dat geluid omzet in elektrische pulsen die de gehoorzenuw in de cochlea (of slakkenhuis) direct stimuleren. De hoorfunctie van buiten-, midden- en binnenoor inclusief de 16.000 trilhaartjes in de cochlea worden voor een deel overgenomen door (maximaal) 24 elektroden van een cochleair implantaat. .
Bij transcraniële magnetische stimulatie (rTMS) is een niet–invasieve vorm van neuromodulatie waarbij en elektromagneet op de schedel geplaatst wordt die met kortdurende pulsen magnetische velden genereert. Het magnetisch veld veroorzaakt elektrische stromen die oppervlakkige corticale neuronen activeren. Deze techniek heeft als doel de activiteit van hersencellen te moduleren waardoor overactieve gebieden, die de tinnitus veroorzaken, worden afgeremd. Er is weinig risico op bijwerkingen wanneer repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (rTMS) wordt gebruikt bij de behandeling van patiënten met tinnitus, maar anderzijds zijn de gepubliceerde resultaten sterk wisselend. Op basis van de gevonden literatuur en overige informatie is er nog onvoldoende bewijs voor de effectiviteit van rTMS als therapie voor tinnitus.
Het standpunt van de Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde, als beschreven in de “richtlijn tinnitus” is dan ook om rTMS niet aan te bieden als behandeling van tinnitus
En variant of deze rTMS si die waarbij extraduraal elektroden worden geimplanteerd die zorgen voor elektrische stimulatie over de auditoire cortex. De met een kabel verbonden elektrostimulator wordt in de buikwand van de patiënt geplaatst. Er zijn (experimentele) aanwijzingen dat rTMS een effect heeft op tinnitus maar er is meer onderzoek nodig om dit vast te stellen.
tDCS is een neuromodulatieve, niet-invasieve en pijnloze techniek waarbij het linker temporoparietale gebied wordt gestimuleerd door een zwakke elektrische stroom. In publicaties is beschreven dat patiënten die tDCS hebben ondergaan geen bijwerkingen hebben gerapporteerd (zoals hoofdpijn, nekpijn en verergering van de tinnitus). Er lijkt een positief effect van tDCS op de ernst van tinnitus te zijn, maar de ervaringen betreffen nog te kleine groepen patienten en te weinig herhaalde onderzoeken. Het standpunt van de Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde, als beschreven in de “richtlijn tinnitus” is dan ook om rDCS vooralsnog niet aan te bieden als behandeling van tinnitus
De nervus vagus is de tiende hersenzenuw. Hij behoort tot de twaalf craniale zenuwen of hersenzenuwen, die direct uit de hersenen ontspringen en niet uit het ruggenmerg. De zenuw bevat dalende als opstijgende banen, bestaande uit motorische vezels, gevoelsvezels , smaakvezels en vezels die behoren tot het onwillekeurig zenuwstelsel. De nervus vagus verzorgt delen van het hoofd – net als de andere hersenzenuwen – maar loopt ook naar de borst- en buikholte, waar hij zich in de ingewanden vertakt. Een verkeerd afgestemde hersenschors is één van de mogelijke verklaringen van het Tinnitus fenomeen dus zou het neuromoduleren door stimulering van één van de belangrijkste verzorgende zenuwen van het gehoorcentrum in de hersenen mogelijk verlichting kunnen geven. De eerste experimenten wijzen inderdaad in die richting. Een beschrijving van deze eerste experimenten vind je hier
Het feit dat de Nervus Vagus zo’n complexe zenuw is met opstijgende en dalende vezels met veel verschillende functies geeft meteen de problematiek aan: hoe kun je zo precies die vezels stimuleren die naar het gewenste gebied lopen, zonder vezels te stimuleren die andere organen verzorgen of ingeval van opstijgende vezels andere hersendelen stimuleren of beïnvloeden.
Toch zijn er mensen die al zulke zenuwstimulatie ontvangen. Weliswaar voor een andere indicatie ( epilepsie , depressie en migrainepatiënten) maar het basisprincipe is identiek, maar veel onderzoek is nog nodig,
De Richtlijn Tinnitus van de Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde vermeldt het volgende :
“Ondanks de tegenvallende kwaliteit van eerdere studies naar de effectiviteit van CGT voor tinnitus, lijkt het bewijs te groeien dat bij chronische (medisch niet op te lossen) tinnitus de CGT behandeling de meeste effectiviteit boekt in het verhogen van algemene gezondheid van tinnituspatiënten, in het verlagen van de tinnitus-ernst en de ervaren belemmeringen in het dagelijks leven. Daarbij dient te worden opgemerkt dat een aanvullende studie aantoonde dat deze CGT behandeling kosteneffectief is, als vergeleken met een gebruikelijk audiologische behandelwijze. Van overig belang is het volgende: er dient onderscheid te worden gemaakt tussen een algemene CGT-behandeling zoals wordt aangeboden binnen de reguliere GGZ en een gespecialiseerde CGT behandeling, waarbij het protocol is toegepast en geschreven voor de tinnituspatiënt en wordt uitgevoerd door een tinnitus-behandelteam. Het is deze laatste welke de positieve resultaten boekt”
Er zijn géén specifieke geneesmiddelen voor de behandeling van tinnitus. Medicijnen die door de behandelende arts worden voorgeschreven voor de behandeling van subjectieve tinnitus (waarvoor geen lichamelijke oorzaak voor aan te wijzen is, zoals hoge bloeddruk) zijn veelal kalmerende middelen of antidepressiva die de stress moet verminderen. Het is bekend dat tinnitus patienten hierbij baat kunnen hebben.
Alternatieve middelen.
Er is een groot aantal alternatieve middelen die door sommige tinnituspatiënten zelf wordt aangegeven als min of meer effectief, maar doorgaans niet door reguliere artsen wordt voorgeschreven. Echt wetenschappelijk onderbouwd bewijs dat die middelen helpen is er niet en vaak is de teleurstelling groot en geef je onnodig (soms veel) geld uit.